Tijdens de geïntegreerde werkweek kwamen heel wat verschillende doelen aan bod.
Dit zijn enkele doelen:
Dit zijn enkele doelen:
Leerplan Wereldoriëntatie, VVKBaO
Overkoepelende Doelstellingen:
Mens en Medemens:
Mens en Natuur:
Leerplan Muzische Opvoeding, VVKBao
Algemene Doelen:
Leerplan Bewegingsopvoeding, VVKBaO
Motorische Competenties
Overkoepelende Doelstellingen:
- WO DO 0.5.3 Kinderen werken samen. Dat houdt in dat ze afspraken binnen de groep naleven.
- WO DO 0.6.1.1, 2 Kinderen drukken zich zo verstaanbaar mogelijk uit en benoemen waar mogelijk de dingen correct. Dat houdt in dat ze over woorden en termen beschikken. voor het benoemen van lichaamsdelen, dieren, planten, gevoelens, waarden, instrumenten, technische vaardigheden en systemen, historische overblijfselen, dingen, voor het aanduiden van plaats en richting ...
- WO DO 0.9.2 Kinderen kunnen nauwkeurig waarnemen met al hun zintuigen. Dat houdt in dat ze gericht observeren in functie van een vraag.
- WO DO 0.13.1.1, 2 en 4 Kinderen kunnen informatiebronnen op een doeltreffende manier hanteren. Dat houdt in dat ze bij het zoeken naar informatie doeltreffend gebruik kunnen maken van de eigen voorkennis, de kennis van andere kinderen, volwassenen, kranten, tijdschriften, boeken, naslagwerken, kaarten, grafieken, audiovisuele programma's, (geautomatiseerde) gegevensbestanden.
Mens en Medemens:
- WO ME 4.9.3, 4 Kinderen kunnen leiding volgen of meewerken. Dat houdt in dat ze regels en afspraken kunnen nakomen en dat ze met inzet meespelen in een ploegenspel.
- WO ME 4.11.2 Kinderen kunnen een ander helpen door zich dienstbaar op te stellen. Dat houdt in dat ze bereid zijn eigen materiaal uit te lenen en/of te delen.
Mens en Natuur:
- WO NA 7.10.2 Kinderen ontdekken en zien in dat veel mensen de aanwezigheid van organismen in hun omgeving waarderen en/of beïnvloeden. Dat houdt in dat ze vaststellen dat menselijke activiteiten oorzaak kunnen zijn van lucht-, water- en bodemverontreiniging (bv. ongevallen met tankers).
- WO NA 7.17.7 Kinderen beseffen dat de aarde bron is van energie en van grondstoffen. Dat houdt in dat ze op hun niveau kunnen uitleggen waarom energiebronnen als zon, wind en water bij voorrang moeten worden aangewend.
- WO NA 7.22.1 Kinderen kunnen in gebruiksvoorwerpen de toepassing herkennen van natuurkundige principes. Dat houdt in dat ze vertrouwd geraken met het natuurkundig aspect van bv. zuignappen, hefbomen, verbonden vaten, gesloten stroomkringen, spiegels, barometers, thermometers, bliksemafleiders.
- WO NA 7.24.2 Kinderen ervaren en zien in dat het weer kan verschillen naar plaats en tijd. Dat houdt in dat ze de weersgesteldheid die zich op een bepaald moment voordoet, kunnen beschrijven (wat betreft temperatuur, neerslag, windsnelheid, windrichting, bewolking).
- WO NA 7.24.4 Kinderen ervaren en zien in dat het weer kan verschillen naar plaats en tijd. Dat houdt in dat ze weerberichten en –grafieken van verschillende plaatsen of verschillende tijdstippen kunnen vergelijken.
- WO NA 7.25.1 Kinderen zien in dat het weer de leefgewoonten van mensen beïnvloedt. Dat houdt in dat ze verschillende weertypes kunnen onderscheiden zoals vorst, mist, ijzel, hittegolf, storm ...
- WO NA 7.26 Kinderen zien in dat er verschillende klimaten zijn en kunnen het verband illustreren tussen de leefgewoonten van mensen en het klimaat waarin ze leven.
Leerplan Muzische Opvoeding, VVKBao
Algemene Doelen:
- MUZO AD 1.1 Intensief gebruik maken van alle zintuigen. Dat houdt in: geconcentreerd bekijken, beluisteren, betasten, smaken, ruiken.
Leerplan Bewegingsopvoeding, VVKBaO
Motorische Competenties
- BO MC 6 Grootmotorische bewegingsproblemen oplossen gericht op stabiliteit en voortbeweging en daarbij materialen en voorwerpen hanteren binnen de verschillende bewegingsthema's.
GiWW als krachtige LEERomgeving
Een klas buiten de muren van de school: inzichten en vaardigheden worden verworven vanuit concrete ervaringen en activiteiten. Doorheen de dag zijn de leerlingen actief bezig. Ze gaan op leeruitstap, bezoeken educatieve centra, etc. De leerlingen komen in een situatie terecht waarbij ze maximaal betrokken raken. Ze worden gestimuleerd en uitgedaagd om rond zich te kijken en zowel hun omgeving als elkaar optimaal te benutten, hun kunnen en kennis te raadplegen en uit te breiden, ...
GiWW als krachtige LEEFomgeving
Door de intense vorm van samenleven tijdens een GiWW wordt het opvoedingsgebeuren en de sociale omgang op een school veel intenser en rijker beleefd. Er wordt niet alleen samen geleerd, maar ook samen geleefd. Tijdens alle activiteiten moesten de leerlingen samenwerken om het gewenste resultaat te kunnen bekomen; zowel in groepswerk tijdens een uitstap, als bij het net houden van de kamers, de tafels afruimen, etc. Ook wordt er nagezien of de leerlingen zich aan de gemaakte afspraken kunnen houden zoals: geen meisjes op de jongenskamers en omgekeerd, op tijd verzamelen op een afgesproken punt, ... maar ook de elementaire beleefdheid zoals het wachten op je beurt bij het aanschuiven aan het buffet.
Ruzies en misverstanden worden direct uitgepraat.
Kritische bedenkingen
De GiWW bestaat uit een zorgvuldige, maar vaak ook drukke planning met vaste activiteiten. Deze zat goed in elkaar en ook de activiteiten op zich waren telkens in orde. Het materiaal was aanwezig en gidsen stonden steeds voor ons paraat. Toch ervoer ik regelmatig wat tijdsdruk en konden we niet elke activiteit rustig doorlopen.
Buiten deze vaste activiteiten viel het ook op dat de leerlingen enorm genoten van het wandelen en ontdekken aan het strand en de zee zelf. Misschien zou een vrij moment of een les- of leer-moment met de klasleerkracht hier wat ademruimte/speling kunnen bieden.
Een klas buiten de muren van de school: inzichten en vaardigheden worden verworven vanuit concrete ervaringen en activiteiten. Doorheen de dag zijn de leerlingen actief bezig. Ze gaan op leeruitstap, bezoeken educatieve centra, etc. De leerlingen komen in een situatie terecht waarbij ze maximaal betrokken raken. Ze worden gestimuleerd en uitgedaagd om rond zich te kijken en zowel hun omgeving als elkaar optimaal te benutten, hun kunnen en kennis te raadplegen en uit te breiden, ...
GiWW als krachtige LEEFomgeving
Door de intense vorm van samenleven tijdens een GiWW wordt het opvoedingsgebeuren en de sociale omgang op een school veel intenser en rijker beleefd. Er wordt niet alleen samen geleerd, maar ook samen geleefd. Tijdens alle activiteiten moesten de leerlingen samenwerken om het gewenste resultaat te kunnen bekomen; zowel in groepswerk tijdens een uitstap, als bij het net houden van de kamers, de tafels afruimen, etc. Ook wordt er nagezien of de leerlingen zich aan de gemaakte afspraken kunnen houden zoals: geen meisjes op de jongenskamers en omgekeerd, op tijd verzamelen op een afgesproken punt, ... maar ook de elementaire beleefdheid zoals het wachten op je beurt bij het aanschuiven aan het buffet.
Ruzies en misverstanden worden direct uitgepraat.
Kritische bedenkingen
De GiWW bestaat uit een zorgvuldige, maar vaak ook drukke planning met vaste activiteiten. Deze zat goed in elkaar en ook de activiteiten op zich waren telkens in orde. Het materiaal was aanwezig en gidsen stonden steeds voor ons paraat. Toch ervoer ik regelmatig wat tijdsdruk en konden we niet elke activiteit rustig doorlopen.
Buiten deze vaste activiteiten viel het ook op dat de leerlingen enorm genoten van het wandelen en ontdekken aan het strand en de zee zelf. Misschien zou een vrij moment of een les- of leer-moment met de klasleerkracht hier wat ademruimte/speling kunnen bieden.